Spelregelvraag week 5 2020

Vraag 1
Welke van vier onderstaande beweringen m.b.t. Regel 11 (Buitenspel) is correct?
A
A. Een speler bevindt zich in buitenspelpositie indien hij met enig deel van zijn hoofd, lichaam, voeten of armen op de helft van de tegenpartij is (m.u.v. de middenlijn)
B
B. De indirecte vrije schop voor strafbaar buitenspel wordt genomen op de plaats waar de aanvaller buitenspel stond op het moment van spelen.
C
C. Een tegenstander kan alleen in diens spel beïnvloed worden door een duidelijke actie van een opponent, als daarbij de bal door hem gespeeld wordt.
D
D. In het geval van een strafbare buitenspelpositie kent de scheidsrechter een indirecte vrije schop toe op de plaats van de overtreding, ook als dit op de eigen speelhelft van de speler is.
Vraag 1 
Het antwoord had D moeten zijn: Bij beoordeling van strafbaar buitenspel telt de arm niet mee. De plaats van de spelhervatting is vrij recent gewijzigd, dus niet meer waar je stond op moment van spelen van de bal, maar op de plaats waar je de bal uiteindelijk speelt. Antwoord D geeft als enige de juiste beweringen.
Er is nog 1 vraag te beantwoorden.
Terug
Grijze blokken zijn reeds beantwoord.
1
Terug

Geef een reactie